De Spiegel van Hirundine - 2016
|
DE ZWALUW Naar de plek die ik thuis noem, die oeroude oksel tussen heuvels en water waar eeuwen verstreken met het vormen van klompen en schoeisel van leer, keert zij steeds weer boven het rode fruit in avondzon naar rode dakpannen van mijn rode huis, waar wij beiden geboren. Zij, Handjevol veren die bliksem weert en scherend door licht haar spitse vleugels strekt tussen een zomer en een zomer en geluk uitzingend in mij woont. Tot, Kroost uitgevlogen, een wind haar wekt, die aan haar innerlijk trekt en haar wereld splitst en zij tenslotte toch die tocht begint, maar nooit verbonden krijgt al dat haar bindt. |
TAAL Lagen wij eens in de duinen tussen wolken een hemel te zoeken, treden te tellen naar dat buitenste blauw om ons vrij en eeuwig te voelen als vlugge vogels V in de staart die elke lente buitelend in ruimte de liefde kwetteren op wind die hen draagt en belmmeringen beneden hen laten. Dromen nu onze kinderen zoals ze dromen, komen weer onhandig tedere handen bijeen als taal van tasten en schrappen, stolt voor altijd wat nooit is gesproken. Onze zomer verdampte in het heelal als al dat zoekraakt en wij dwaalden terug naar beschutting van toen van oude muren enn daken. |
![]() ![]() |